Hoofdluis: voorkomen en bestrijden
Hoofdluis komt vaak voor op basisscholen en kinderopvangcentra, en ook steeds meer op middelbare scholen. Hoofdluis is niet gevaarlijk, maar wel lastig. Ouders dragen de verantwoordelijkheid tot bestrijding van hoofdluis. School en de (luizen)werkgroep helpen bij het ontdekken ervan. Zo kunnen ouders snel starten met behandelen, zodat de verspreiding zo min mogelijk is.
Hoe herken je hoofdluis? Wat kun je doen om het te bestrijden en herbesmetting te voorkomen?
Wat is hoofdluis?
Hoofdluizen zijn parasieten die hun voedsel halen uit mensenbloed. De luis is een klein beestje van ongeveer 2 tot 3 mm groot (zoals de kop van een lucifer) en leeft tussen de hoofdharen. Na het bloedzuigen krijgt de luis een rodere kleur. Normaal is de luis grauw/grijs. Een luis is een insect met 6 poten. Hiermee kan hij zich aan de haren vastklampen. Bij het schudden van het hoofd, het haren kammen of wassen houdt de luis zich stevig vast. Onder normale omstandigheden blijft een luis op een hoofd gemiddeld 30 dagen leven. Een volwassen luis kan gescheiden van het menselijk lichaam, dus zonder bloed, bij kamertemperatuur maximaal 2 dagen overleven.
Wat zijn neten?
Een luis legt zo’n 4 tot 8 eieren per dag. Dit zijn neten. Luizen leggen hun neten aan de basis van het haar, dicht op de hoofdhuid. Deze neten zitten vastgekleefd aan de haren. Men vindt ze vooral op de warme, donkere plekjes zoals onder de pony, achter de oren, in de nek en soms op de kruin.
De eitjes (neten) zijn tonvormig en circa 0,8 mm lang. Hun kleur varieert van egaal zandkleurig tot bijna zwart. Regelmatig worden neten verward met roos. Het verschil met roos is duidelijk: roos zit los en neten zitten vastgekleefd aan de haren. Het verschil tussen verse neten en oude neten is moeilijk te zien. We spreken van een verse neet, als deze dicht op de hoofdhuid zit. Als de neet 1,5/2,5 cm of verder van de hoofdhuid zit, is dit waarschijnlijk een oude neet of een leeg hulsje.
Als lang haar veel is opgebonden in bijvoorbeeld een paardenstaart, kunnen verse neten echter ook wat verder van de hoofdhuid af zitten. Zolang er volle neten in het haar zitten, blijven er luizen geboren worden. Na ongeveer 7 tot 10 dagen komen de neten uit en vervolgens legt de jonge luis na 7 tot 10 dagen zelf eitjes. In de maand dat hij leeft, legt hij dus ongeveer 250 eitjes.
Hoofdluizen dragen geen ziekten over. Door krabben kunnen wel korstjes op de hoofdhuid en infecties ontstaan. Besmetting met hoofdluis is niet ernstig. Wel is het noodzakelijk om hoofdluis te behandelen. Hoofdluis gaat niet vanzelf weg. Als je te lang wacht met behandelen, breiden de luizen zich uit en bestaat de kans dat anderen worden besmet.
Hoe kom je aan hoofdluis?
Hoofdluis heeft niets te maken met wel of niet schoon zijn. Het kan iedereen overkomen. Luizen lopen via het haar over van hoofd naar hoofd. Kinderen lopen de meeste kans om hoofdluis te krijgen, omdat ze bij het spelen vaak letterlijk de hoofden bij elkaar steken. Zolang er levende luizen of nog niet uitgekomen neten op het hoofd zitten, blijft iemand besmettelijk. Het is niet wetenschappelijk aangetoond dat hoofdluis zich via kammen, kleding (mutsen en jassen), koptelefoons, knuffels en beddengoed verspreidt.
Hoofdluis heb je niet alleen. Ouders wordt gevraagd om direct te melden als een kind (en mogelijk andere gezinsleden) hoofdluis heeft. Op school, bij de kinderopvang, bij de ouders/opvoeders van vriendjes/vriendinnetjes, logés, sportverenigingen etc. zodat ook hier kan worden gecontroleerd.
Hoofdluiscontrole
De hoofdluiswerkgroep controleert de kinderen op de aanwezigheid van neten en/of hoofdluis. Deze controles vinden ongeveer 6 keer per jaar plaats op school of bij de kinderopvang. Dit gebeurt bij voorkeur na een vakantie op een vaste dag en tijd. Als er een melding van hoofdluis is in een groep/klas, wordt de klas/groep van het desbetreffende kind gecontroleerd. Een hercontrole vindt plaats ongeveer 2 weken na de eerste controle in de klas/groep van het kind. Op deze manier krijgt een ouder de gelegenheid het kind goed te behandelen.
Bij een melding van hoofdluis worden de ouders van die klas/groep geïnformeerd. Dit kan door het versturen van een ouderbrief met de hoofdluisfolder van het RIVM. Als iemand hoofdluis heeft, is het belangrijk dat de aanwijzingen uit de hoofdluisfolder nauwkeurig worden opgevolgd. De folders kun je downloaden via: RIVM: Hoofdluis
Hoe weet je of je hoofdluizen hebt?
Je merkt eerst nog niets als je bent besmet met hoofdluis. Pas als de luizen met meer zijn, dan kun je jeuk krijgen. Jeuk is dus altijd een goede reden om te checken op hoofdluis. Luizen zijn met een stofkam op te sporen. Je koopt deze bij de apotheek of drogist.
Wat kun je doen om hoofdluis te voorkomen?
Je kunt niet voorkomen dat hoofdluizen van het ene hoofd overlopen naar het andere. Je kunt alleen zorgen dat de luizen niet blijven zitten en zich in snel tempo vermeerderen. De beste manier hiervoor is wekelijks kammen met een stofkam. Doe dit dagelijks als er hoofdluis op school voorkomt. Preventief behandelen met bestrijdingsmiddel is niet nodig. De hoofdhuid raakt hierdoor onnodig geïrriteerd en/of de luizen worden immuun voor de werkzame stof van het anti-hoofdluismiddel.
Behandeling van hoofdluis
Als je hoofdluis ontdekt, is het belangrijk om meteen te beginnen met bestrijding. Zolang er luizen of nog niet uitgekomen neten op het hoofd zitten, blijft hoofdluis besmettelijk. Er zijn 2 manieren om hoofdluis te behandelen.
Kammen met een fijntandige kam
Door het dagelijks twee weken lang uitkammen van luizen en neten uit het haar wordt voorkomen dat jonge luizen uit kunnen groeien tot volwassen luizen en dat nieuwe eitjes worden gelegd. Om het kammen makkelijker te maken, kun je crèmespoeling gebruiken. Spoel dit niet uit.
- Kam dan eerst met een gewone kam de klitten weg.
- Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier. Pak de fijntandige kam en kam het haar van achter naar voren, tegen de hoofdhuid aan; start bij het ene oor en schuif, plukje voor plukje, na elke kambeweging op naar het andere oor. Vastgeplakte neten kun je losweken door te deppen met azijn.
- Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een papieren servet of zakdoek.
- Ga voor de zekerheid een paar keer over dezelfde gebieden heen. Let extra op haar dicht bij de hoofdhuid, achter de oren, in de nek en haar hangend over het voorhoofd.
- Spoel de crèmespoeling uit en maak de kammen schoon.
Kammen in combinatie met anti-hoofdluismiddel
Je kunt naast het kammen ook een anti-hoofdluismiddel gebruiken. Deze combinatie is bewezen effectief Zodra je gaat kammen, kun je een middel gebruiken. Na 7 tot 9 dagen herhaal je dit. Je koopt een anti-hoofdluismiddel bij de drogist, apotheek of supermarkt. Ze zijn op basis van permetrine, malathion of dimeticon. Behandeling met dimeticon leidt niet tot resistentie. Daarom worden anti-hoofdluismiddelen met dimeticon aangeraden door het RIVM.